Typische technische kenmerken van hydrostatische sensoren CNR :De hydrostatische sensoren CNR zijn dompeltransmitters met piëzoresistieve technologie voor de bewaking en meting van het drukverschil van stabiele of bewegende vloeistofniveaus.
Het meetbereik of de volle schaal (waterhoogte waarvoor de hydrostatische sensor 20 mA geeft) is definieerbaar tussen 0 tot 30 cm water en 0 tot 30 m water.
Het niet-ontaardingsbereik is 1,5 maal de volle schaal
De nauwkeurigheid van de meting door de hydrostatische sensoren CNR niet afhangt van de snelheid waarmee het peil verandert, noch van de afstand tussen het station 
en de hydrostatische sensor. Deze parameters hebben geen invloed op de nauwkeurigheid van de meting.
De nauwkeurigheid van een hydrostatische sensor kan worden opgesplitst in drie afzonderlijke elementen:
Temperatuurdrift: variatie van het signaal naar gelang van de variatie van de watertemperatuur van de rivier (bij een constant waterpeil).
Gevoeligheid: kleinste variatie van het door de hydrostatische sensor gedetecteerde niveau,
Lineariteit: nauwkeurigheid van de sensor als functie van het waterpeil,
Hoewel in de hydrostatische sensor CNR een temperatuursensor is geïntegreerd die een continue temperatuurcompensatie mogelijk maakt, is de temperatuurdrift niet volledig nul. Temperatuurdrift van een hydrostatische sensor CNR 10m: +/- 0,025% van de volledige schaal per °C afwijking van de ingestelde temperatuur.
Slechtst mogelijke temperatuurafwijking voor een hydrostatische sensor CNR met een meetbereik anders dan 10 m: 0,025% van de volledige schaal per °C afwijking van de ingestelde temperatuur.
Gevoeligheid van een hydrostatische sonde CNR 10m: +/-0,05% van de volledige schaal, d.w.z. 5 mm
Slechtst mogelijke gevoeligheid voor een hydrostatische sonde CNR met een meetbereik anders dan 10 m: +/-0,1% van de volledige schaal.
Lineariteit van een hydrostatische sonde CNR 10m: +/-0,04% van de volle schaal.
Slechtst mogelijke lineariteit voor een hydrostatische sonde CNR met een meetbereik anders dan 10 m: +/-0,25% van de volledige schaal.
- Afstand van station tot hydrostatische sensor :De hydrostatische sensoren CNR leveren een 4/20mA signaal over twee draden. Bijgevolg heeft de afstand van het signaaltransport geen invloed op de nauwkeurigheid van de meting of op de slijtage van de onderdelen, en zelfs niet op de stroom die door de sensor wordt verbruikt.
De maximale afstand tussen de hydrostatische sensor en de datalogger hangt niet af van de hydrostatische sensor, maar van de voedingsspanning. Als het station bijvoorbeeld een spanning van 12 V levert, is de maximumafstand meer dan 3 km en als het station een spanning van 24 V levert, is de maximumafstand meer dan 12 km.
Voor afstanden van meer dan 12 km, en nog steeds zonder de nauwkeurigheid van de meting aan te tasten, is het voldoende de voedingsspanning te verhogen.
De CNR hydrostatische sensoren leveren een 4/20mA signaal over twee draden.
De hydrostatische sensoren CNR hebben een diameter van 21mm.
Om afwijkingen van de meting in geval van wervelingen te voorkomen, moeten de sensoren een aan de toepassing aangepast gewicht hebben.
hydrostatische sensor CNR: gewicht 250 g (+50 g / meter kabel)
Het huis van de hydrostatische sensoren CNR is vervaardigd uit roestvrij staal 316L.
- Naleving van de gezondheidsnormen :"Elke exploitant die moet interveniëren bij de bouw van vaste installaties voor de productie, de behandeling en de distributie van voor menselijke consumptie bestemd water, moet zich er bij zijn leveranciers met alle passende middelen van vergewissen dat de hem geleverde materialen of voorwerpen in overeenstemming zijn met de bepalingen van dit decreet. (Besluit van 29 mei 1997 inzake materialen en voorwerpen die worden gebruikt in vaste installaties voor de productie, de behandeling en de distributie van voor menselijke consumptie bestemd water [J.O. nr. 126 van 1 juni 1997 blz. 8675 - Art. 3.] ).
"Om de fabrikanten te helpen de conformiteit van hun producten met de gezondheidsvoorschriften vast te stellen en aan te tonen, hebben de gezondheidsautoriteiten in 1999 het systeem van conformiteitsverklaring (ACS) ontwikkeld. Dit systeem maakt het mogelijk de geschiktheid van een product om in contact te komen met voor menselijke consumptie bestemd water te beoordelen in het licht van de bepalingen van het gewijzigde besluit van 29 mei 1997. (Kennisgeving aan personen die verantwoordelijk zijn voor het op de markt brengen van materialen en voorwerpen die in contact komen met voor menselijke consumptie bestemd water, met uitzondering van natuurlijk mineraalwater, dat wordt gebruikt in installaties voor de productie, behandeling en distributie van water [J.O. nr. 248 van 23 oktober 2004, blz. 17971] ).
Sinds de inwerkingtreding van bovengenoemde teksten eisen exploitanten die werken aan installaties voor de productie, behandeling of distributie van drinkwater, bij de aankoop van hydrostatische niveausensoren de levering van apparatuur waarvoor een door een erkend laboratorium afgegeven conformiteitsverklaring is afgegeven.
Deze certificaten zijn door de gezondheidsautoriteiten aangemerkt als bewijs van conformiteit van industrieproducten. De tests die worden uitgevoerd om deze certificaten af te geven, maken het mogelijk de geschiktheid van een product om in contact te komen met voor menselijke consumptie bestemd water te beoordelen in het licht van de bepalingen van het gewijzigde besluit van 29 mei 1997.
Hoewel overeenkomstig dit decreet iedere ondernemer die zich moet bezighouden met de verwezenlijking van vaste installaties voor de produktie, de behandeling en de distributie van water, moet beschikken over een bewijs van de hygiënische conformiteit van zijn produkten, zijn er maar weinig fabrikanten die zich bezighouden met het waarborgen van de onschadelijkheid van hun produkten. Om hun klanten een "commercieel" antwoord te geven, vermelden deze gewetenloze leveranciers het gebruik van kabels of materialen die bekend staan als "food grade". Dit etiket, waarvoor veel minder strenge criteria gelden dan voor de ACS, toont geenszins aan dat een product geschikt is om met drinkwater in contact te komen.
De hydrostatische transducers van PARATRONIC voldoen niet alleen aan de huidige normen, maar overtreffen ook de minimale EMC-vereisten van deze normen.
De CNR hydrostatische sensoren werken bij elke voedingsspanning tussen 6VDC en 38VDC.
Alle hydrostatische sensoren van PARATRONIC zijn beveiligd tegen omgekeerde polariteit.
De hydrostatische sensoren CNR zijn geschikt voor het meten van vloeistoffen met temperaturen tussen -20°C en +50°C
Vóór gebruik: -20ºC / +80°C (0ºC / +80°C na gebruik).
- Kabel en atmosfeer op de hydrostatische sensor CNR:De structuur van de kabel en de dimensionale, mechanische en chemische kenmerken van de elementen waaruit hij is opgebouwd, maken deel uit van de technologieën die het resultaat zijn van de ervaring en de onderzoek- en ontwikkelingscapaciteiten van PARATRONIC. Dit element behoort tot PARATRONIC's eigen knowhow en speelt een belangrijke rol bij het onderscheiden van de hydrostatische sensoren van PARATRONIC van andere hydrostatische sensoren op de markt.
De voor de hydrostatische sensoren CNR gebruikte kabel maakt het mogelijk de hydrostatische sensor onder druk te zetten zonder gebruik te maken van een capillair, zodat het ongemak van verplettering, afknelling, verbuiging of verstopping (door een waterdruppel) van het genoemde capillair wordt vermeden.
Bovendien maakt de flexibiliteit van de kabel installaties met bochten, hoeken en kronkelige trajecten mogelijk.
De hydrostatische sensoren CNR en MPXF van PARATRONIC zijn gegarandeerd bestand tegen blikseminslag zonder dat er een extern beveiligingssysteem geïnstalleerd moet worden. Deze functie is het resultaat van 20 jaar ervaring en onderzoek en ontwikkeling op dit gebied. Deze knowhow speelt een belangrijke rol in het onderscheid dat PARATRONIC-hydrostatische sensoren maken van andere hydrostatische sensoren op de markt. De hydrostatische sensoren CNR en MPXF van PARATRONIC zijn bestand tegen atmosferische spanningspieken van 20 kA zonder schade, ongeacht of deze spanningspieken door de kabel worden gedragen of afkomstig zijn van een schok in de grond waarvan de potentiaalverdeling de hydrostatische sensor zou beïnvloeden.
Deze technologie heeft drie grote voordelen:
- Het is veel doeltreffender dan gewoon een overspanningsbeveiliger te installeren, aangezien deze laatste in het beste geval alleen bescherming biedt tegen spanningspieken die door de kabel worden overgebracht.
- Het voorkomt de kosten van bedrading en aansluiting en de periodieke controle van de goede staat van een bliksemafleider,
- Hij is doeltreffend ongeacht de omstandigheden van de installatie; een bliksemafleider bijvoorbeeld speelt zijn rol slechts correct als de aardkabel kort is, wat onmogelijk is in het geval van een torenreservoir.
De lengte van de benodigde kabel zal bij de bestelling worden opgegeven en kan variëren van 1 tot 300 ml. Elke bestelling van een hydrostatische sensor met meer dan 300 m kabel kan tot gevolg hebben dat de standaard levertijden worden overschreden.
De kabel wordt gewoonlijk vastgezet met de kabelklem die bij elke hydrostatische sonde wordt geleverd.
De kabel heeft geen specifieke connectoren, waardoor hij compatibel is met de meeste stations op de markt.
De hydrostatische sensoren CNR en MPXF zijn alle voorzien van een galvanische scheider. Dit maakt rechtstreekse bedrading naar acquisitie- of transmissieapparatuur op afstand mogelijk (het gebruik van galvanische scheider wordt over het algemeen door fabrikanten aanbevolen).
De hydrostatische sensoren CNR zijn volledig verwijderbaar, zodat de kabel kan worden vervangen zonder de sensor te wijzigen, de volledige schaal van de hydrostatische sonde te wijzigen of eventuele reparatie-, ijk- of herkalibratiewerkzaamheden uit te voeren.
De hydrostatische sensoren CNR leveren permanent een 4/20mA signaal op twee draden, zolang de lus van stroom wordt voorzien. De "cyclus" van de meting komt dus overeen met de stap van de acquisitietijd die in de chronometer of de PLC is ingesteld.
Het acquisitiestation of de automaat schakelt dus over op stand-by wanneer het de voeding van de meetkring beëindigt.
De tijd die de hydrostatische sensor CNR nodig heeft om de meting tot stand te brengen, bedraagt 50 milliseconden.
De hydrostatische sensor wordt gewekt door het acquisitiestation of de automaat wanneer deze de meetkring weer voedt.
De hydrostatische sensoren CNR leveren een 4/20mA signaal op twee draden, zodat hun verbruik uitsluitend van twee parameters afhangt:
- Het waterpeil op het moment van de meting: voor een sonde met een volle schaal van 30 m: voor 0 m is het momentane verbruik 4 mA, voor 15 m is het 12 mA, voor 30 m is het 20 mA.
- De tijd gedurende welke de meetkring gevoed wordt door het acquisitiestation. De hydrostatische sensoren CNR hoeven niet langer dan 50 milliseconden van stroom te worden voorzien.
Voor de onderstaande verbruiksberekeningen zullen wij het volgende in aanmerking nemen:
- Een waterstand die zich gemiddeld op de middenhoogte bevindt, d.w.z. 15 m, dus een momentverbruik van 12 mA
- Een lusvoedingstijd van 1 seconde en niet 50 milliseconden, aangezien de meeste stations en PLC's op de markt geen stroom kunnen opwekken voor minder dan één seconde.
- het verbruik tussen 2 meetcycli is nul.
Verbruik bij meting om de 5 minuten met stand-by wanneer niet wordt gemeten :
Meettijd: 12 x 1 seconde = 12 seconden
Standby-tijd: 12 x 299 seconden = 3588 seconden
Verbruik gedurende één uur = [(12 x 12mA) + ( 3588 x 0mA) / 3600 = 0,04 mAh
Verbruik gedurende 24 uur = 24 x 0,04 = 0,96 mAh
Verbruik bij meting om de 15 minuten met stand-by wanneer niet wordt gemeten :
Meettijd: 4 x 1 seconde = 4 seconden
Standby-tijd: 4 x 899 seconden = 3596 seconden
Verbruik gedurende één uur = [(4 x 12mA) + ( 3596 x 0mA) / 3600 = 0.013 mAh
Verbruik gedurende 24 uur = 24 x 0,013 = 0,32 mAh
Verbruik in geval van permanente meting :
Meettijd: 3600 seconden
Stand-by tijd: 0 seconden
Verbruik gedurende één uur = [(3600 x 12mA) + ( 0 x 0mA) / 3600 = 12 mAh
De hydrostatische sensoren CNR leveren op twee draden een 4/20mA signaal dat recht evenredig is met het gemeten waterniveau. Alle verwerking en filtering van microvariaties wordt dus uitgevoerd door de acquisitie-eenheid in de vorm van, bijvoorbeeld, gemiddelden tijdens de acquisitie.
De hydrostatische sensoren CNR behoeven geen andere afstellingen of instellingen dan die welke in de fabriek zijn verricht.
De hydrostatische sensoren CNR leveren een 4/20mA signaal op 2 draden, de instelling van de besturingseenheid of de automaat komt overeen met de instelling van een 4/20mA ingang.
In drinkwater: Er is geen speciaal onderhoud nodig voor het gebruik van hydrostatische sensoren CNR.
In afvalwaterzuivering: Enkele duizenden hydrostatische sensoren CNR zijn momenteel geïnstalleerd in afvalwaterzuiveringsinstallaties of liftstations met een hoge belasting van zand, vet, slib en agressieve producten. Onder deze extreme omstandigheden blijft het onderhoud beperkt tot het spoelen van de sensor, ongeveer eenmaal per jaar.
Preventieve vervanging van onderdelen: De hydrostatische sensoren CNR en MPXF hebben geen aan slijtage onderhevige onderdelen, met uitzondering van de meetcel, die in de fabriek moet worden vervangen in verband met kalibratie en afdichting, is er geen preventieve vervanging van onderdelen nodig.
Bijzondere punten om op te letten: het enige punt om op te letten is dat de kabel, in zijn ondergedompelde gedeelte, niet beschadigd of doorboord is.
Er zijn vier vereisten voor de installatie van hydrostatische sondes CNR:
De kabel van de hydrostatische sensor, gebruikt voor de atmosferische druk, zonder capillair, het is noodzakelijk ervoor te zorgen dat het uiteinde ervan (verbinding met de centrale gegevensverzamelingseenheid, met de automaat of met een verbindingskabel) uit het water is en dat in het geval van een verbindingsdoos, deze niet van het type "giethars" is.
De kabel van de hydrostatische sensor wordt gebruikt voor de atmosferische druk, zonder capillair, het is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat deze niet wordt opgewonden tijdens de installatie.
Om de hydrostatische sensor en zijn kabel tegen drijvende elementen (liftstation of rivier) te beschermen, is het raadzaam de hydrostatische sensor in een beschermende buis van roestvrij staal of kunststof te installeren (vermijd gegalvaniseerd staal).
De hydrostatische sensor moet worden ondergedompeld zonder op de bodem van de waterloop, het station of het boorgat te rusten. Een afstand van ongeveer 5 tot 10 cm tussen de onderkant van de hydrostatische sensor en de bodem van de structuur maakt het mogelijk eventuele verstoppingsverschijnselen in verband met het dichtslibben van het terrein te voorkomen.
De beschreven kenmerken kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de fabrikant worden gewijzigd.
Raadpleeg de technische documentatie: Documentaties
Paratronic
Zone Industrielle Rue des genêts
01600 REYRIEUX
T : +33(0) 4 74 00 12 70
F : +33(0) 4 74 00 02 42
Volg ons op sociale netwerken
Contacteer ons
Wilt u meer weten over onze producten of diensten? Bel ons rechtstreeks op
+33(0) 4 74 00 12 70 of schrijf ons.